Single Horn Bryozoan

Vormt grote, witte of roze korsten. De zoïden zijn meestal in alternerende rijen gerangschikt. Hun omtrek is breed rechthoekig, 0,4 tot 0,7 mm lang. Frontaal oppervlak convex, gelijkmatig geperforeerd, later ruw gekorreld. Vaak een bultje proximaal van de opening. Opening D-vormig, breder dan lang. Tussen de stompe scharnierpunten ligt een ondiepe U-vormige sinus. 1 of 2 avicularia per zoïde, aan weerszijden van de opening, ter hoogte van de sinus en schuin distaal gericht. De broedkamer leunt op de volgende zoïde. Frontaal oppervlak glad of met kleine bult, lateraal en distaal geperforeerd door kleine poriën en met uitstralende richels. Embryo’s oranjerood. Ancestrula glazig, niet geperforeerd, de opening zonder sinus is omringd door 8 stekels. Distaal ontspringen 3 zoïden. Een andere soort met brede ondiepe sinus, is Schizoporella errata. Deze soort heeft slechts 1 avicularium per zoïde, vormt purperachtige cilinders rond touwen of grillige korsten en komt voor in havens en op schepen ten zuiden van de Zuidelijke bocht van de Noordzee maar is als tijdelijke introductie te verwachten (De Blauwe, 2009).

Arctic to Florida

Een kolonie spoelde aan op een riemwiervoetje in juli 2000 tussen Zeebrugge en Blankenberge (De Blauwe, 2000c) en in september 2007 in Koksijde. Lacourt (1949) meldt een kolonie op een Patella vulgata bij Scheveningen (aangespoeld aan riemwiervoetje?). In april 2007 is aan de Emelissedijk ten westen van Colijnsplaat een oesterklep aangetroffen met daarop een ongedetermineerde Schizoporella. De kolonie is levend aangespoeld, heeft zeer weinig avicularia, de sinus is als van Schizoporella unicornis. Er is een opvallende lage dikke rand rond de opening. Er zijn geen broedkamers aanwezig. Mogelijks gaat het om een geïntroduceerde soort.

Infrallitoral of the Gulf and estuary